En dan kunnen we wel zeggen dat religie de oorzaak is van veel ellende op de wereld, maar dat is natuurlijk onzin.
Het komt gewoon door onszelf. Religie is een dekmantel. Kunnen we het aan god ophangen. En wie nog roept dat het Boeddhisme tenminste geen god kent hoeft maar kennis te nemen van het gedrag van Japanse zenmeesters in de tweede wereldoorlog.
Ik ga nog eens een boek schrijven. De titel zal zijn: De mens, een gemankeerde soort. Klungelig en destructief rommelend tussen instinct, egoïsme en duurzame bevrijding voor allen, banen we ons een weg door het leven. Ik zag kort geleden een briljant wetenschapper bij VPRO’s wintergasten. Die wilde dat de mensheid de dood zou overwinnen en het universum zou veroveren. Mijn god. Spaar me. Hyperintelligentie is blijkbaar geen garantie voor een gezonde kijk op de toekomst. Troostrijker is die BBC-extrapolatie van de evolutie. In dat scenario is er over een miljoen jaar geen mens meer te bekennen. Lekker rustig.
Niet religie is de oorzaak van ellende. Wij zijn het zelf. Wij maken religie, wij interpreteren religie. Gooi religie weg en hou jezelf over. En doe dat dan ook eens een keer. Ga niet je eigen gebreken schragen met misverstane brokstukken religieuze ethiek.
Zo hoorde ik laatst over iemand die vipassana-meditatie doet. Hij was daar heel onthecht en tegelijk universeel liefdevol van geworden. En hij joeg zijn vriendin vervolgens de stuipen op het lijf door te zeggen dat het hem, universeel onthecht, niet uitmaakte of zij er wel was of niet meer bij hem zou zijn. En dan zeg ik godverdomme. Twee dingen.
Ten eerste. Kunnen we nou met z’n allen eens afspreken dat we die religieuze termen, die voor zoveel misverstanden vatbaar zijn, in een vat ongebluste kalk kieperen? Opgeruimd staat netjes. Zoveel te minder rechtvaardigingen voor een gebrek aan liefde en inlevingsvermogen.
En kunnen we dan ten tweede gewoon onszelf zijn en luisteren? Echt luisteren? Dat luisteren dat jaren kost om te ontwikkelen en te verfijnen? Luisteren naar onszelf en naar die ander, waarmee je zo innig verbonden bent. Die ander die je vanuit de grond van je hart jouw toewijding, tederheid en liefde wilt geven. Onweerstaanbaar, met vurigheid in al je vezels, met heel je wezen. Kun je het boeddhisme weggooien als het in de weg staat, en mens worden? Vol overgave, met zachtheid de fragiliteit van die ander beantwoorden en samen tot vervulling komen van waar het allemaal om begonnen is – de verovering van het universum en het eeuwige leven. Niet in feitelijke zin, maar in de intensiteit en levendheid van ieder ogenblik, hier en nu, precies waar je bent.