Vorige week was ik in Philadelphia voor een zentraining van drie dagen. Belachelijk natuurlijk, om daarvoor de halve wereld af te reizen. En bovendien patserig. Als je het op je eigen wc kunt, waarom dan een paar honderd euro en evenveel liters kerosine verstoken om je plas te doen aan de overkant van de oceaan. We vliegen en rijden het milieu aan gort om onze ware natuur te zien. Over blinde vlekken gesproken. Toch is die reis zo de moeite waard dat ik het ieder jaar weer doe.
Zen heeft het er altijd over dat je de werkelijkheid alleen maar zelf kunt ontdekken. Je kunt het niet uit boeken lezen en je kunt het van niemand anders krijgen. Dat is fundamenteel, zeggen ze. Het draait allemaal om je eigen aanhoudende en geconcentreerde beoefening.
Toch is dat op zich maar een priegelig dingetje, een druppeltje water in de Atlantische Oceaan. Die eigen beoefening is niet zo fundamenteel.
Wanneer gaat boeddhistische praktijk leven? Wanneer vlamt het, wanneer spatten de vonken er vanaf, wanneer beweeg je de wereld? Natuurlijk, op je kussentje drie hoog achter. Maar wat is nou écht cruciaal voor jouw weg?
Tijdens de training vorige week sliep ik op een kamer met Tim en Hap. Met z’n drieën waren we afgelopen december in Kyoto voor een week stevige zazen, dus we kennen elkaar een beetje. Weinig schept zo’n band als samen een week niet slapen, pijn lijden en elkaars ups en downs meemaken.
Over het mooiste moment van de training in Philadelphia hoef ik niet lang na te denken. Ik kwam onze kamer binnen en wilde naar de wc. Die kon overigens niet op slot. Nietsvermoedend stapte ik binnen, maar daar zat Tim al. Sorry Tim, zei ik. Even later kwam hij met een grote grijns op z’n gezicht naar buiten en zei: ‘Misschien moeten jullie daar maar niet direct naar binnen gaan’.
Niks is mooier dan allemaal tegen dezelfde muur aan piesen, waar dikke witte maden uit de beerput tegen omhoog kruipen. Niks is bevrijdender dan lachen om Tim die in Japan, vlak voor weer een ellendige 50-minuten periode, opzij buigt en in zijn beste Nederlands fluistert: ‘Zullen we nog een gezellig rondje zazen doen? Met een kopje koffie erbij?’
Niks is meer bijzonder dan samen met allerlei andere mensen een intensieve training doen, en er als een diep verbonden groep, een sangha, uitkomen. Zoals ook vorige week weer. Sámen, dát is pas cruciaal. De diepe vriendschap die vanzelf groeit tijdens intensief trainen. Het intensieve trainen dat je uiteindelijk alleen maar kunt doen vanuit die verbondenheid en diepe vriendschap. Je moet het zelf doen, maar je doet het niet alleen!
Dat geldt niet enkel voor het geworstel op je kussentje in de meditatieruimte. Het geldt voor ons leven. Sangha is overal en altijd aan het werk. Je bent niet alleen onderweg. Je leeft in diepe verbondenheid. Dat maakt de weg licht en vol onvermoede liefde.