Laatst had ik twee open hart operaties. Die tweede kwam omdat de eerste mislukt was. Ik ga er nu niet over uitwijden, er komt een item over als het goed is, ook bij de BOS-radio, en er is een plaats en tijd voor alles.
Wel moet me iets van het hart, om maar in de sfeer te blijven. Je kunt je kont nog niet keren, je ligt nog niet een halve dag onder narcose, of de Boeddha is in het nieuws. Doet ‘ie anders nóóit! In navolging van enige commotie over de vermeende aantallen Boeddhisten of mensen met affiniteit met het Boeddhisme, publiceerde het NRC Handelsblad op 14 oktober een artikel met de titel: ‘De natte vinger van Boeddha’.
Zie, als je éven niet oplet hè. Zit die vent direct weer met z’n vinger ergens in. Althans, dat zou je denken. Maar zo was het toch ook weer niet. De kop bedoelde te zeggen dat het nogal natte vingerwerk is, het gissen, schatten en raden naar het aantal Boeddhisten in Nederland. En het artikel meldde dat de Boeddhisten zelf hun aantallen nogal hoog inschatten. Aantallen op basis waarvan de BOS mooie programma’s mag maken, en een paar Boeddhistische geestelijk verzorgers in de bajes rondlopen. En als er veel minder Boeddhisten zijn dan de Boeddhisten zelf claimen, is dat dan wel terecht, was de vraag, en met overheidsgeld enzo.
Nou vind ik dat eerlijk het langst duurt. Als er tienduizend Boeddhisten in Nederland zijn, moet je er geen 270.000 van maken omdat je zo graag op tv wilt. Het Boeddhisme is al evenmin gediend met institutionalisering. Een hoge organisatiegraad en stevige vertegenwoordiging in de samenleving moeten niet het doel zijn. Dat is verkeerd gerichte energie. Veel belangrijker zijn de meditatieclubjes, de ploeterende groepjes, in huiskamers, op zoldertjes van Yoga Centra, of in een écht eigen pandje. Huppetee, aan de slag, poten in de klei en gáán. Die kleine clubjes zijn de dynamische en levende kern van het westerse Boeddhisme, en ze zullen het blijven. Onopvallend, stug doorzittend, en verder gewoon je eigen leven met je kinderen en je werk. Of je studie en je weetikveelwat. Véél gezonder.
Toch ben ik voor het voortbestaan van een Boeddhistische Omroep. Als de Hindoes, Moslims, Joden en Christenen allemaal hun eigen etherkanaal hebben, dan is alleen dat al voldoende basis om de Boeddhisten daarbij niet uit te sluiten. Daarnaast is het wáár. Het is waar wat de vermeende leugenaars zeggen, over die aantallen. Er zijn nu eenmaal heel veel mensen met belangstelling voor en affiniteit met het Boeddhisme. Mensen die graag meer willen weten, horen en zien. Dat kan dus nu, omdat er een omroep is die zich bij uitstek bezighoudt met de grote verscheidenheid aan verschijningsvormen van het Boeddhisme in de Lage Landen en daarbuiten. Een omroep die kan duiden, toelichten en verdiepen, omdat er mensen werken die met groot enthousiasme mooie programma’s willen maken over datgene waarvan zij vinden dat het relevant is voor de samenleving.
Ik kan dit zeggen omdat ik er zelf geen enkel belang bij heb. Ik leid een groepje (althans, als het gevaar straks weer geweken is dat ik in twee stukken uit elkaar val) en verder heb ik geen enkele ambitie. Ik heb een fijne baan, deze columns doe ik alleen maar omdat ik er mateloos veel plezier aan beleef. En niemand heeft mij op Berlusconiaanse wijze fijntjes duidelijk gemaakt dat ik maar beter eens iets aardigs kan zeggen, omdat ik anders op nare wijze publiekelijk door het slijk wordt gehaald.