'Spring maar, het komt goed' Ron Sinnige over zijn leraar Jeff Shore
Leraar, maar ook spiritueel vriend. De band die Ron Sinnige heeft met Jeff Shore is hecht en persoonlijk. Vertrouwen is het sleutelwoord. Hij merkte dat ook toen hun relatie in een crisis raakte.
Al pratend over het onderwerp ‘leraar en leerling’ vraagt Ron Sinnige ineens: ‘Ben ik leerling?’ Hij vindt de term ‘wat dweperig’. “Dat is niet mijn houding naar de mensen die mij inspireren. Ik ben er wel van overtuigd dat ik een leraar nodig heb op mijn weg. Ik zei laatst tegen Jeff: alles wat ik op mijn pad heb gedaan, heb ik aan jou te danken. Maar hij zei: nee, je doet het uiteindelijk mét elkaar. Ik denk dat hij gelijk heeft. Dat neemt niet weg dat ik een diep gevoel van dankbaarheid voor hem heb.”
Ron Sinnige (1965), oprichter van ZEN onder de Dom in Utrecht en in het dagelijks leven communicatieadviseur, mediteert al sinds zijn middelbare schooltijd. Toevallig kwam hij bij het zenboeddhisme terecht. In 1990 ontmoette hij Jeff Shore tijdens een lezing van hem op De Tiltenberg, toen een bekend zencentrum in Nederland. De Amerikaanse hoogleraar aan de zenboeddhistische Hanazono Universiteit in Kyoto introduceerde hem in het Tofukuji-klooster dat onder leiding stond van Fukushima Roshi. Ron trainde er vele malen en volgde tien maal de rohatsu, een intensieve week van bijna continue meditatie. Er ontstond een sterke band. “Jeff was eigenlijk vanaf het begin meer mijn leraar dan Fukushima Roshi, die een veel formelere rol had. Ik kwam bij Jeff thuis, hij legde me dingen uit en we gingen samen een hapje eten. We waren al vrij snel twee handen op één buik.”
Shore werd zijn spirituele vriend en leraar. Voor Sinnige belichaamt hij de zen-traditie – een voorwaarde om hem te kunnen vertrouwen. “Een leraar moet een voorbeeld voor me zijn. Op mijn spirituele pad geef ik mezelf volledig. Dan wil ik ook een leraar hebben die dezelfde spirituele weg gaat en is gegaan. Hij moet gekomen zijn tot het niet-zelf waar het in het boeddhisme om gaat. Jeff ís deze realisatie. Je geeft jezelf als leerling niet over aan je leraar. Maar hij moet jou wel doorzien en op het beslissende moment een duw in de goede richting geven: spring maar, het komt goed. De laatste stap, die zo essentieel is op je spirituele pad, kun je alleen zetten als je het vertrouwen hebt dat je leraar weet waarover hij het heeft.”
Hoe belangrijk de band met zijn leraar voor hem was, merkte hij in 2008 toen het tot een breuk kwam. Het vertrouwen verdween. “Fukushima Roshi had aangekondigd dat Jeff zijn opvolger zou zijn. Ik had de indruk dat die nieuwe rol druk op hem legde. Misschien lag het aan mezelf, maar ik ervoer hem in die tijd soms als erg onredelijk. Wederzijds ontstond er veel onbegrip en irritatie. Ik had het gevoel dat de bodem onder m’n zenbeoefening verdwenen was.”
Twee jaar hadden ze weinig contact met elkaar. Totdat hij zijn oud-leraar weer mailde. “Ik miste het samen zitten. Zijn eerste reactie was dat ik een gelofte met allerlei bepalingen moest ondertekenen. Dat wilde ik niet, ik wilde in alle openheid een nieuwe start maken. Een tijd later belde hij me op en stelde hij voor om elkaar weer te ontmoeten. Dat ontroerde me. Daarmee liet hij niet alleen zijn menselijkheid, maar ook zijn grootheid zien. Toen we elkaar weer zagen, had ik het gevoel: dit is mijn traditie, dit is thuis. Mijn band met Jeff is nu weer net zo sterk en hartelijk als voorheen.”