Ik lees bijna nooit een boek. Ik ben eens begonnen in een boek over de Middeleeuwen, maar na zes hoofdstukken ligt het nu alweer zes maanden naast mijn bed, onaangeroerd. Wel een mooi boek trouwens.
Boeken over zen zijn saai. Dus die lees ik sowieso niet, als het niet echt hoeft. Ik heb er eens een vertaald, maar dat was een enorme klus, leerzaam maar mateloos tijdrovend. Ik heb besloten dat ik dat niet nog een keer doe. Bovendien krijg je er alleen maar gezeik mee. Kun je beter een biertje drinken en uit het raam naar de wolken kijken. Je moet ook genieten en rust kunnen hebben.
Maar goed, vorige week had ik toch weer eens een boek. En écht, het was reteleuk. Ik heb het in drie rukken uitgelezen en mijn post-it bladwijzer in wel vijf stukjes gescheurd om de meest relevante passages te markeren. Dat doe ik anders nooit. En nog had ik te weinig, maar ik was te lui om een nieuwe post-it te pakken. Het boek heet ‘Enlightenment Blues’ en is geschreven door André van der Braak. Die heeft het 11 jaar uitgehouden in de sekte van Andrew Cohen. Ik weet niet of dat een verdienste is, maar het is in ieder geval lang, als je leest wat daar allemaal voor ellende voorvalt. Ik verklap het niet, u moet het zelf maar eens lezen.
Twee dingen. Ten eerste kon ik na lezing mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en heb Cohen geyoutubed. Je ziet een spichtig gezicht en een man die meer irriteert dan inspireert. Maar misschien was ik bevooroordeeld. Opmerkelijk was een opname waarin Genpo Merzel en Andrew Cohen het roerend met elkaar eens blijken over de leraar – leerling verhouding. Ook Ken Wilber, waar tegenwoordig nogal veel mensen mee weg schijnen te lopen, is bijzonder gecharmeerd van Cohen. En van Genpo trouwens. Het beeld doemt op van een Amerikaanse cosa nostra van louche leraren die minder geïnteresseerd zijn in het welzijn van hun leerlingen dan in hun eigen power trips.
Maar dat is gelukkig nog ver van mijn bed. Erger is een schrijnende realisatie na het lezen van het boek van André van der Braak. Ik heb niet voor niets vijf bladwijzertjes geplakt. Herkenning! Die mechanismen zoals bij Cohen, dat sluipt er toch razendsnel in hoor, als iemand een beetje autoriteit krijgt. Noem het het Ceausescu-syndroom. Mensen worden geprezen en verliezen het zicht op zichzelf en de werkelijkheid. Het is natuurlijk van een andere orde. Een goedbedoelende leraar is iets heel anders dan een meedogenloze sekteleider. Maar toch, kijk goed en zie in je directe omgeving wat er gebeurt met leraren. En hoe ze soms hun eigen problemen in hun positie lijken uit te leven. Moet dat? Kan dat ook anders? Wie kent niet de overwegingen die André in zijn boek zo indringend beschrijft: doet die leraar dat nou om me wakker te schudden of is hij af en toe gewoon een hufter? En hoe weet ik dat zeker, de ene kant op of de andere?
Iemand die ik zeer hoog heb zitten schreef daarover: trap er niet in Ron! Heb moed om in jezelf te vertrouwen! En durf te zien, dat iedereen, elke meester, mens blijft, blinde vlekken heeft. En sommigen heel, heel erg.
Sommigen heel, heel erg.
Dat is toch kwalijk, dat dat zomaar kan? Onder het mom van spiritueel leiderschap gaan persoonlijke tekorten gesluierd in geveinsde superioriteit, of in onwil om eigen feilbaarheid onder ogen te zien. En wordt onmacht machtsmisbruik.
Het enige tegengif is kritisch vermogen. Trap er niet in! Ieder heeft blinde vlekken, en sommigen heel, heel erg.
Het blijft dus opletten in Boeddhaland. En als het niet goed voelt, misschien is het dan wel gewoon niet goed. Misschien heb je het dan gewoon zelf bij het rechte eind. En dat is bevrijdend.