Toen ik persvoorlichter was van Tsushimoto Roshi, zei iemand: ‘Waar is je compassie met Ritskes?!’ Tja. Als je iets benoemt dat niet door de beugel kan, ontbeer je compassie. Compassie is het zwijgen over andermans missers, opdat wij ons zelf ook ongestraft kunnen misdragen. De omerta van de polderboeddha. Een giftige cocktail, vermomd als ambrozijn.
Bandeloosheid
De neiging tot het toedekken van misstanden en tegenstellingen is groot in onze straat. Die is allang verworden tot een getto van bandeloosheid, een vrijplaats voor mislukten, een plek waar alles mag en kan. Een pad bezaaid met uitwerpselen en rottende resten, waar ieder z’n gang gaat. Een weg waarop iedereen blij is met elkaar, ongeacht welk spreken of handelen het betreft. Het enige waar de meeste boeddhisten allergisch voor zijn, is iemand die de lieve valse vrede verstoort.
Degenen die compassie misbruiken zoals aangestipt, stellen ook dat je het moet oefenen en ontwikkelen. Dan krijg je de ‘ik ben compassievol’-ego-identificatie. Mensen handelen niet vanuit pure, oprechte compassie, maar vanuit een beeld dat ze zich van het fenomeen hebben gevormd. Daarom is het ook zo tenenkrommend.
Touchy-feely
Het werk als volgt: ik kom iets tegen en heb een primaire reactie, een primair gevoel of een oordeel over een situatie. Ik onderdruk dat, ik duw het weg. En ik ga nadenken over hoe ik deze situatie compassievol kan beoordelen. Dan krijg je dus een volkomen geforceerde, misplaatste uitkomst. Meestal een overmaat aan zoetsappigheid, alles is liefde, ‘touchy-feely’, ik-neem-jou-zoals-jij-bent-als-je-mij-neemt-zoals-ik-ben. Werkt niet voor jezelf, werkt niet voor een ander. Omdat het niet oorspronkelijk is, verkeert het in zijn tegendeel. Het is immoreel, fundamenteel onverschillig en zelfs gewelddadig. Doods en dodelijk.
Compassie kun je niet oefenen en ontwikkelen. Compassie bestaat niet. Het is niet een aanwezigheid van iets nieuws, iets beters, iets extra’s. Het is niet meer of minder dan een áfwezigheid. De afwezigheid van de noodzaak jezelf te beschermen. Het ontstaat onmiddellijk waar de verhardingen die je in je leven hebt opgeworpen, oplossen en verdampen. We denken onterecht (en vooral onbewust) dat die verhardingen ons beschermen tegen het kwaad. De kunst is om dat te ontzenuwen. Als je zogenaamd compassievol handelt en je denkt dat je die lagen al hebt opgelost, look twice. Grote kans dat je er middenin zit met je eigen gelijk over compassie en je oordeel over niet oordelen.
Doorzie het zelf
Compassie kun je niet ontwikkelen of afdwingen, het is het doorzien van je zelf. Dat is meer dan alleen zenbeoefening je kan geven. Er is een scherpe blik voor nodig die zich niet laat wegsturen als het pijnlijk wordt, en heel veel geduld. Het is diep en weerbarstig, maar uiteindelijk eenvoudig. Alles wat je hoeft te doen is het opgeven van je bescherming, je eigen gelijk en je neiging tot het terugleggen van verantwoordelijkheid. Kun je zien dat je zelfbescherming schadelijk is voor jou en de ander? En kun je het dan laten? Dat is alles. Dan kan echte compassie ontstaan, zonder opsmuk. En dan hoef je het ook niet meer zo te noemen. Gewoon doordoen. Ongedwongen, vreugdevol en bevrijdend.