Dat schrijft Marijke Lassche in een reactie op dit artikel op Open Boeddhisme.
Op andere plaatsen lees je heel andere dingen, bijvoorbeeld: ‘We hoeven toch niet overal over te oordelen?? Ik zou zeggen: Wu wei.’
‘Ik zou zeggen: Wu wei.’ Mijn godhemelsegoden. Als ik zoiets lees krijg ik acute buikloop én de onbedwingbare neiging om plastisch te worden. Parental warning: de nu komende zin bevat stuitend taalgebruik. Want ik denk dan al snel: zou je dat ook zeggen als iemand je keihard van achteren neemt? Ongevraagd, bedoel ik dan. Geen ‘juist spreken’? Ach gut. Moet je eens bij me langskomen, ik vloek de hele boel onder. Ik heb een schurfthekel aan heiligeboontjesboeddhisten. Ik hou me nog in.
Hoe dan ook, deze twee reacties (niet die van mij, die is slechts exemplarisch voor mezelf) lijken exemplarisch voor twee stromingen binnen het Nederlands boeddhisme.
De één wil niet oordelen maar toedekken en sussen. Hij houdt vast aan een valse interpretatie van boeddhistische (en in dit geval ook Taoïstische) leerstellingen.
De ander ziet oordelen en kritisch zijn als een gezond onderdeel van de ontwikkeling en het tot bloei brengen van het boeddhisme in het westen.
Eerlijk gezegd word ik bijna fysiek onpasselijk van al degenen die ‘niet oordelen’ zo hoog in het vaandel hebben. Het is een enorme drogreden. En een enorm oordeel: met het calvinistische domineespleidooi voor niet oordelen, zet je iedereen die kritische kanttekeningen plaatst de facto buitenspel. Je wilt niet horen en niet zien, maar je zwijgt ook niet. In plaats daarvan probeer je ánderen monddood te maken, met je eigen misinterpretatie van het boeddhisme.
M’n reactie hierop bij Open Boeddhisme:
‘Fijn en bemoedigend om te lezen dat er ook nog helder denkende mensen bestaan zoals Marijke. Als ik de reacties op bepaalde fora lees, zakt me de moed soms totaal in de schoenen. Het ‘niet oordelen’ en het toedekken van zaken met wollige taal is wijdverbreid.
Inderdaad, dingen aan de kaak stellen wordt door velen gezien als niet-boeddhistisch. Terwijl compassie zich volgens mij juist uitdrukt in het kritisch kijken naar en blootleggen van misstanden. Niet in het zwijgen, niet in het toedekken en verder laten ‘rotten’ van ongezonde situaties.
Er is nog veel werk aan de winkel wat dat betreft. Ik hoop dat meer mensen gaan ontdekken dat de roze bril waarmee ze hun boeddhisme beschouwen en beschermen, uiteindelijk onwerkelijk en zelfs ondraaglijk is.
Voor degenen die liever op een wolk van onwetendheid en niet-oordelen blijven zitten, zal altijd voldoende catering aanwezig zijn. Dat is helaas onuitroeibaar. Tegelijk is het goed dat kanalen als Open Boeddhisme licht werpen op zaken die dat niet kunnen verdragen, om oprecht zoekende beoefenaars een helder perspectief te bieden en ze bij te schijnen op de Weg.’
Klaar.