Heb me ook nog verdiept in de Nederlandse vertaling van Stephen Batchelor’s Buddhism without Belief. Viel me toch zwaar tegen na die imponerende lezing van ‘m. Een ongrijpbare mengelmoes van semi-praktische maar niet adequaat uitgewerkte pop-psychologie, theoretisch-theologisch-filosofisch-cultuurkritische stukjes over de aard van het boeddhisme, waarbij het niet aanhangen van het geloof in wedergeboorte als revolutionair wordt gepresenteerd, terwijl dat toch een oude herkauwde koe uit de sloot is, en aanmoedigingen om zelf te gaan mediteren en dan maar de stroom van langstrekkende gedachten waar te nemen en los te laten. Een rommeltje. Geen van de drie (psychologie, theologie, handleiding meditatie) komt uit de verf. Het is lang geleden dat ik in een boek heb gekliederd, maar hier heb ik kantlijnen vol geschreven met opmerkingen. Een gemiste kans aan alle kanten, wat mij betreft. Jammer. Het boekje schijnt een paar honderdduizend keer verkocht te zijn. Ik begrijp de hype niet.
Tenslotte kreeg ik een stukje toegestuurd uit Trouw over iemand die zichzelf dai osho ('grote zenpriester') dubt. En vervolgens bepaalt wie hem mag opvolgen. Letterlijk te treurig voor woorden. Niet eens meer over beginnen, onbegonnen werk.
Volgende keer weer allemaal feestelijke berichten. Nu maar gewoon zitten, poten in de klei en geen kouwe drukte. Het ware hart van het boeddhisme is stil en onzichtbaar.