De ‘dharmales’ is ‘op verzoek van een student’. Dit lijkt te impliceren dat Tydeman er uit zichzelf helemaal niks over gezegd zou hebben.
In zeer algemene bewoordingen zegt hij kort iets over autorisatie:
“In zake ‘autorisatie’ dient een leraar duidelijk te zijn. Niet alleen omwille van papieren documenten, maar vooral om wat je zelf als training hebt doorgemaakt. Als leraar onderricht je op basis van de tijd die je zelf als leerling hebt doorgebracht.”
Dat lijkt een duidelijke stellingname. Maar de consequentie ervan, het aanspreken van zijn directe collega op zijn gedrag en bedrog, wijst Tydeman categorisch af. Terwijl hij, als een van de bekendste zenleraren in Nederland, hierin juist een verantwoordelijkheid zou kunnen nemen. In plaats daarvan zegt hij: ‘Ik heb/wil geen bemoeienis met andere sanghas’ en ‘Ik vind dit een zaak tussen Rients en zijn leraar en tussen Rients en zijn leerlingen’. N.B. Tsushimoto Roshi, degene naar wie Tydeman verwijst, is nooit de leraar van Ritskes geweest.
Tydeman gaat nog verder. Hij snijdt elke ethiek uit het boeddhisme door te zeggen: ‘de Dharma die ik onderwijs is niet afhankelijk van (mijn) gedrag’. Seksueel wangedrag van Tydeman’s leraar Dennis Merzel (Genpo) is niet okee, maar vindt Tydeman ook niet erg, hij kan toch wel de Dharma onderwijzen, en daar gaat het om.
Maar de Dharma is geen boeddhistische hemel op aarde, geen vluchtheuvel die los staat van al het andere. De Dharma is je leven. Hij drukt zich uit in gedrag, hij ís gedrag. Feilbaarheid en onvolkomenheid zijn menselijk. Maar jarenlang wangedrag of bedrog is niet de Dharma onderwijzen, het is platweg geen verantwoordelijkheid nemen voor, en misbruik maken van, je positie als leraar. Het betekent dat je niet in staat bent de Dharma over te dragen. Dat ‘de Dharma ongeschonden en vrij’ is, betekent nog niet dat de Dharma een vrijbrief is.
De samenvatting van Tydeman’s ‘dharmales’: ‘mijn leraar is iemand die het met de ethiek niet zo nauw neemt. Ik onthoud me van commentaar over anderen.’ Maar kun je jezelf recht in de ogen kijken als je misstanden onbenoemd laat, ‘omdat alles de Dharma is’? Is dat niet een nogal cynische uitleg van het boeddhisme?
Iemand in de comments-sectie op de facebookpagina van Zen Amsterdam zegt:
“In de voorbereiding op de Jukai ceremonie bezin ik mij op de tien precepts. Eén ervan: ‘A discipel of Buddha does not speak of the faults of others.’ Hoe eenvoudig kan het zijn. Ik onderschrijf wat Nico er in de dharmales over gezegd heeft.”
Ten eerste vraag ik me af waar die uitspraak vandaan komt. Kan iemand bevestigen dat dat in de lekegelofte staat? En zou je die zwijglijn ook volhouden als iemand leerlingen seksueel misbruikt?
Blijkbaar is het een groot goed, niet oordelen over anderen. Nico draagt als leraar een grote verantwoordelijkheid. Hij draagt bovendien zijn houding over op zijn studenten. Die denken dat het zo moet, en dat je anders niet boeddhistisch bent. Niks is minder waar.