Het was niet heel druk, maar het was ook maar kort van tevoren aangekondigd, dus misschien had het daar mee te maken. Ik mocht vertellen over zen en over hoe je zit. Na afloop kreeg ik een mail van Johan met een zin over de introductie, geschreven voor de andere bestuursleden van ZEN onder de Dom: ‘Ron verkoopt nog steeds niks: geen geluk, geen vrede, niks. Maar tussen de regels krijg je iets mee van "oprecht leven", "ingebed zijn" en "intimiteit". Niet heel duidelijk, maar volgens mij kwam het wel een beeeetje naar buiten :).’
Misschien klopt die observatie. Even inzoomend op het eerste deel, ik beloof waarschijnlijk inderdaad niks als ik een introductie geef. Zelfs geen geluk of bevrijding, twee goederen die toch in de traditie veel exposure krijgen. Upaya heet dat dan, skillful means in het Engels, de juiste middelen. Middelen die je aanzetten tot actie, tot zitten, tot het vinden van inzicht. De Boeddha vertelde eens een verhaal over ouders van wie de kinderen nog in een brandend huis waren, maar ze kwamen er niet uit. De ouders riepen toen dat de kinderen allemaal een mooie speelgoed ossenkar zouden krijgen als ze naar buiten zouden komen. En dat was hun redding. (Verhaal is wat genuanceerder, maar voor nu kan het wel even zo).
Zo zitten wij ook in een brandend huis. En we moeten er uit gelokt worden. De belofte van geluk en bevrijding kan dan effectief zijn. Waarom zou je anders zoiets saais gaan doen als stilzitten en op je adem letten?
Ik beloof niks. Niet omdat ik daar principieel tegen ben maar omdat ik het niet kan. Geluk vermeerdert niet en verdriet neemt niet af door zazen. Ik ben niet nooit boos, verdrietig of gefrustreerd. Ik voel me soms onveilig. Ik ben eerder gevoelig en kwetsbaar dan sterk en onkwetsbaar. Ik heb niet alleen maar gevonden.
Het religieuze leven is eerder zoeken, telkens weer. De schoonheid van de religieuze weg is subtiel en niet goed in woorden te vatten. De onmetelijke rijkdom van zazen is niks meer dan simpel zitten, zonder ijk- of eindpunt. Proeven, stil kijken, kwetsbaar worden, open, eerlijk en zuiver proberen te zijn. Dat heeft een intense diepte. Als ik vertel over zen probeer ik dat te laten zien. Dat zal wel niet echt lukken. Maar het expliciet maken, breekt de eerlijkheid. Toen ik begon met zen at work bedacht Jeff Shore de pay-off: ‘We make you poor.’ Dat is ook een belofte, maar dan anders.
De belofte van geen belofte is uiteindelijk de diepste belofte. Niet van mij natuurlijk, hou op schei uit, maar van het leven, van het bestaan, het universum (mag dat, in zen?).
Ieder vertelt over zijn eigen weg op zijn eigen manier. Ik heb feitelijk weinig te zeggen. Mijn ambitie om zen te promoten is opgelost. Ik vind het genoeg om gewoon te zitten en soms zachtjes over zen te praten, zonder doel. Met de jongens achterin, stilletjes op hun DS. Dat is mijn geluk.