Samadhi is een open, natuurlijke, diepe aandacht. Zazen en daarin tot samadhi komen, is de grond bewerken. Misschien valt daarin ooit het zaadje van ontwaken. Of misschien is het de boom water geven en valt ooit de rijpe appel. Maar garanties zijn er gelukkig niet, dat is de schoonheid van de zenweg. Veel zazen en diepe samadhi leiden niet vanzelfsprekend tot een vallende appel. En bij weinig zazen kan het misschien toch wel gebeuren. Een zekere mate van zittend mediteren schijnt wel handig te zijn, volgens de heersende opinie.
Ton Lathouwers zegt dan: ‘kom er niet aan, je weet niet wat werkt’. Dat is waar, het is mooi en het is zuiver. Zuiverder kan niet. Misschien zegt hij niet eens ‘werkt’, dat klinkt alweer alsof je zoekt naar een middel tot een doel. Je weet het niet. Dat is alles wat je uiteindelijk kunt zeggen.
Daarentegen zeggen de monniken in het klooster altijd over Rohatsu, de meest intensieve sesshin, van 1 tot 8 december: ‘It’s crazy. But we have to do it.’ Er zijn veel verhalen van zenmonniken die juist in die sesshin tot een grote doorbraak komen.
Misschien kun je er wel niks over zeggen, en misschien mag je er wel niks over zeggen. Je kunt er twintig jaar je tanden op stukbijten en vertwijfeld opgeven, of er in je eerste intensieve sesshin vol doorheen gaan, zoals Hisamatsu schijnt te hebben gedaan. Maar hoe dan ook. Voor mijn gevoel is dat ‘intensieve’ toch een goeie aanwijzing. Intensiteit geeft geen enkele garantie. Wel de mogelijkheid om aan jezelf voorbij te gaan.
In een sesshin met veel pauzes ga je ‘erin’ en ‘eruit’. Je komt niet makkelijk tot een diepe samadhi, want zodra die ontstaat, mag je alweer thee drinken, lunchen of een lange kinhin doen. Beetje rondkijken, je gedachten wat laten gaan, dat gaat haast vanzelf. Als je vervolgens weer in zazen gaat zitten, merk je dat je als het ware van voren af aan moet beginnen. Let op: dit is natuurlijk wat anders dan in je dagelijks leven. Sesshin is voor focus, dagelijks leven ook, maar dan anders.
Als je in een sesshin bent waar niet zoveel wordt gezeten, kun je extra zitten als je wilt, overdag tijdens de pauzes of ook ’s nachts. Sommigen doen schamper over intensief zazen of nachtzitten, maar dat lijkt me niet terecht. Het hoeft geen dogma te zijn, zo van je moet altijd alle nachten doorzitten anders ben je een mietje, en het hoeft heus niet altijd, maar het kan heel waardevol zijn.
Tenslotte: behalve ontwaken is ook de uitdrukking ervan volkomen niet-oorzakelijk. Compassie en menselijkheid hebben niets te maken met alle nachten doorzitten of zelfs met ontwaken. Dat is een schrijnende (zazen leidt niet tot compassie) maar ook troostende constatering: een liefdevol mens zijn kan altijd, ook zonder zitdiploma.